Algemene regels

  1. De leden dienen elkaar en hun tegenstanders sportief te bejegenen en in woord en gedrag voortdurend hun bijdrage te leveren aan de goede sfeer en goede naam van de vereniging.
  2. De leden worden geacht deel te nemen aan wedstrijden waar de vereniging aan deelneemt of waarvoor men door de vereniging wordt uitgenodigd waaronder competitie. Zonder geldige reden mag men zich hier niet aan onttrekken.
  3. Van leden wordt verwacht dat zij aan wedstrijden die door de vereniging worden georganiseerd deelnemen en voor zover dit past bij zijn/haar specialiteit en fysieke gesteldheid.
  4. Adres-, telefoonnummer- en e-mailwijzigingen dienen direct aan de ledenadministratie te worden doorgegeven.
  5. Leden dienen zorgvuldig en correct om te gaan met eigendommen van de vereniging.
  6. Schade, door een lid, aan de vereniging of aan haar eigendommen toegebracht dient aan het bestuur gemeld te worden en kan door het bestuur geheel of gedeeltelijk op dat lid worden verhaald.
  7. De vereniging is niet aansprakelijk voor het zoekraken van en/of schade aan privé eigendommen.
  8. Rijwielen en brommers dienen uitsluitend in de daarvoor bestemde stalling te worden geplaatst.
  9. Fietsen/bromfietsrijden op de baan is niet toegestaan, tenzij daarvoor toestemming is verleend door of namens het bestuur.
  10. Honden dienen op de accommodatie aangelijnd te zijn.
  11. Op het gehele terrein geldt een algemeen rookverbod.
  12. Het is niet toegestaan het gebouw met spikes te betreden.

Blessure protocol

Bij atletiek wordt voluit getraind, uitgaande van gezonde, blessurevrije atleten. Bij de geboden training wordt rekening gehouden met het leeftijdsniveau en de bijbehorende fysieke mogelijkheden. De training wordt aangeboden aan de groep, met oog voor het individu. Dit is anders dan individuele trainingen. Mocht er onverhoopt een blessure ontstaan, is het belangrijk dat hier goed naar gehandeld gaat worden. Bedenk hierbij dat trainers geen fysiotherapeut zijn.

 

Blessure categorieën

We onderscheiden blessures in twee categorieën; kleine blessures (max 3 weken uitval) en grote blessures (meer dan 3 weken uitval).

Bij een kleine blessure die het meetrainen belemmerd, dient de atleet rust te nemen. Dit tot de blessure over is en meetrainen weer volledig kan. Bij hervatting traint de atleet weer mee in de groep, rekening houdend met de blessure en geeft eigen grenzen aan in het terugkeerproces.

Bij een grote blessure, dient de atleet rust te nemen en een fysiotherapeut of huisarts te raadplegen.

 

De doorloop van de blessure is weergegeven in drie fases:

Fase 1: blessurebehandeling/herstel onder supervisie van een fysiotherapeut of huisarts. Er kan geen atletiektraining worden gevolgd, idealiter doet de atleet op aanraden van de fysiotherapeut wel specifieke hersteltraining en/of (aangepaste) fysieke training om de basisconditie op peil te houden. Overleg wel met de fysiotherapeut welke oefeningen wel gedaan kunnen worden. Dit gebeurd buiten de vereniging. Deze fase eindigt wanneer de fysiotherapeut of huisarts groen licht geeft om weer de baan op te gaan. De atleet is algemeen fit.

Fase 2: de atleet mag van de fysiotherapeut of huisarts terug de baan op en overlegt met de trainer de opties. De twee opties die er zijn:

  • de atleet traint weer mee met de groep, rekening houdend met de blessure en geeft eigen grenzen aan in het terugkeerproces
  • de atleet heeft van de fysiotherapeut duidelijke oefeningen meegekregen die de atleet zelfstandig kan uitvoeren op de baan. Oefeningen worden voorgelegd aan de trainer en/of trainerscoördinator en de trainer en/of trainerscoördinator besluit of faciliteiten hiervoor beschikbaar gesteld worden.

Fase 3: de atleet sluit volledig aan bij de groep en traint volledig en voluit mee met de groep.

 

Individueel trainen

De trainingen vinden altijd in groepsverband plaats. Individueel trainen kan alleen met goedkeuren van de trainer en op basis van een goedgekeurd alternatief trainingsplan, opgesteld door de fysiotherapeut, goedgekeurd door de trainer of trainerscoördinator.

 

Gebruik van het krachthonk

Het gebruik van het krachthonk kan alleen op voorschrift van de trainer en op basis van een goedgekeurd alternatief trainingsprogramma door een trainer of fysiotherapeut.

Zie ook Gebruik krachtruimte.

Gebruik krachtruimte 

  1. De krachtruimte mag slechts worden gebruikt door leden van AV Passaat en die personen, die van het bestuur hiervoor toestemming hebben gekregen.
  2. Gebruik van het krachthonk gebeurd onder voorschrijven van een trainer of trainingscoördinator. Dit geldt zowel voor reguliere trainingsuren als de momenten waarop de baan gesloten is. Het is dus niet toegestaan om buiten medeweten van een trainer of trainingscoördinator gebruik te maken van het krachthonk.
  3. De krachtruimte mag slechts worden geopend en gesloten door iemand, die hiervoor een sleutel heeft gekregen van het bestuur en waarvan de sleutel is opgenomen in het sleutelbestand.
  4. Gebruik van de krachtruimte is slechts toegestaan indien minimaal 2 personen aanwezig zijn.
  5. Bij het betreden van de krachtruimte en voordat men begint met de training moet eerst worden gecontroleerd of alles in orde is. Men controleert o.a. op:
    • Het opgeruimd zijn van het krachtmateriaal
    • Branden van de lampen;
    • Volop branden van de verwarming
    • Het gepoetst zijn van de ruimte
    • Aanwezig zijn van de materialen. (Indien materialen vermist worden moet dit worden gemeld bij de materiaalcommissie);
    • Kapotte materialen of voorstellen ter verbetering moeten worden gemeld bij de materiaalcommissie;

Risico

Men traint op eigen risico, derhalve aanvaardt de vereniging geen enkele aansprakelijkheid bij oplopen eventuele blessures.

 

Leeftijd

Het gebruik van de apparaten in de krachtruimte is niet toegestaan voor personen onder de 16 jaar zonder deskundige begeleiding van een trainer of een ter zake kundige persoon.